(Infrastructurele) maatregelen

Om inzicht te krijgen in infrastructurele maatregelen die door wegbeheerders genomen worden met betrekking tot (land)bouwverkeer zijn onder wegbeheerders een aantal vragen met betrekking tot dit onderwerp uitgezet.

Hieruit blijkt dat van de 73 respondenten, 48% aangeeft infrastructurele maatregelen genomen te hebben op het wegennet dat bij hen in beheer is.

Wegbeheerders die geen infrastructurele maatregelen treffen zeggen dit te doen in de volgende situaties:

• Er is geen directe noodzaak toe;

• Knelpunten bevinden zich in dorpskernen waar, door ruimtegebrek, geen mogelijkheid is om infrastructurele maatregelen te treffen;

• De weg wordt beheerd door een andere wegbeheerder.

De wegbeheerders die aangeven specifiek voor (land)bouwverkeer infrastructurele maatregelen of verkeersmaatregelen gerealiseerd hebben geven aan dat dit de volgende maatregelen betreft:

De maatregelen die het meest worden toegepast door de ondervraagde wegbeheerders zijn geslotenverklaringen voor (land)bouwverkeer en passeerhavens/-stroken. Meer dan een kwart van de ondervraagde wegbeheerders heeft dit toegepast. Bijna 25% van de wegbeheerders heeft ook een of meerdere landbouwsluizen toegepast. Venstertijden worden in mindere mate toegepast (minder dan 5% van de wegbeheerders die de enquête hebben ingevuld geven aan dit toe te passen). Andere genoemde maatregelen die worden toegepast zijn onder andere:

• parallelwegen;

• geslotenverklaringen voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van (land)bouwerkeer;

• signalering wanneer een (land)bouwvoertuig op de provinciale weg rijdt (om overig verkeer te waarschuwen voor een langzaam rijdend voertuig);

• verbreden polderwegen voor hoofdlandbouwroutes;

• terughoudend zijn met drempels op routes voor (land)bouwverkeer;

• rekening houden op routes voor breed (land)bouwverkeer met een ontheffing bij wegversmallingen (minimaal 3,5 meter doorgang).